Elektrificatie niet genoeg om netto-nul doelstelling te halen, DNV's Energy Transition Outlook 2021 waarschuwt
Energy Transition Outlook 2021
In de nieuwe prognose van DNV over de energietransitie wordt gewaarschuwd dat zelfs als alle elektriciteit vanaf vandaag 'groen' zou zijn, de wereld nog ver verwijderd is van de doelstellingen die zijn geformuleerd in de COP21 Overeenkomst van Parijs om in 2050 een netto-uitstoot van 0 te bereiken.
De vijfde editie van DNV's Energy Transition Outlook is nu, twee maanden voordat de COP26 in Glasgow plaatsvindt, gelanceerd. DNV's Energy Transition Outlook geeft een onafhankelijke prognose van de ontwikkelingen tot 2050 in het wereldwijde energiesysteem.
In het rapport van 2021 wordt de pandemie een “gemiste kans” genoemd om de energietransitie te versnellen, aangezien de herstelpakketten grotendeels gericht zijn geweest op het beschermen in plaats van het transformeren van bestaande industrieën.
De elektrificatie ligt op koers om binnen één generatie in omvang te verdubbelen en hernieuwbare energiebronnen zijn nu al de meest concurrerende bron van nieuwe energie. Uit de prognoses van DNV blijkt dat de wereldwijde emissies tegen 2030 met slechts 9% gedaald zullen zijn, terwijl het door de wereldeconomieën overeengekomen koolstofbudget van 1,5˚C tegen die tijd al is opgebruikt.
Het COP21 akkoord van Parijs is bedoeld om de opwarming van de aarde te beperken tot "ruim onder de 2°C" en te streven naar een beperking van de stijging tot 1,5°C. DNV voorspelt consequent een snelle overgang naar een koolstofvrij energiesysteem tegen het midden van de eeuw.
Hoe snel die overgang ook verloopt, DNV voorspelt dat die overgang, ondanks alle inspanningen die worden gedaan, absoluut niet snel genoeg zal gaan om de ambities van het Akkoord van Parijs te verwezenlijken en waarschuwt dat de planeet tegen het einde van de eeuw hoogstwaarschijnlijk een opwarming van 2,3˚C zal bereiken.
Remi Eriksen, Group President en CEO van DNV, geeft aan: "We hebben gezien hoe regeringen over de hele wereld buitengewone stappen hebben gezet om de gevolgen van de pandemie te beheersen en een herstel te stimuleren. Ik maak me echter grote zorgen over wat er nodig is om de vastberadenheid en urgentie die regeringen ten aanzien van de pandemie hebben getoond, ook toe te passen op ons klimaat. We moeten nu hetzelfde gevoel van urgentie zien om een klimaatcatastrofe te voorkomen."
"Veel van de herstelpakketten voor de pandemie zijn vooral gericht op het beschermen van bestaande industrieën in plaats van deze te transformeren. Veel 'terugbouwen' in plaats van 'beter bouwen' en hoewel dit een gemiste kans is, is het niet de laatste kans die we hebben voor een snellere overgang naar een diep koolstofvrij energiesysteem."
Energie-efficiëntie blijft de grootste kans om de klimaatverandering aan te pakken nu de wereld verder afdrijft van de verwezenlijking van de Overeenkomst van Parijs. Een aanzienlijke verbetering op dit vitale gebied wordt gezien als de belangrijkste hefboom voor de overgang - een grotere efficiëntie is de reden waarom de wereldwijde vraag naar energie zal afvlakken, zelfs als de wereldbevolking en de wereldeconomie groeien.
Het gebruik van fossiele brandstoffen is opmerkelijk snel teruggedrongen, maar deze bronnen, met name gas, zullen in 2050 nog steeds 50% van de mondiale energiemix uitmaken - waardoor de noodzaak om te investeren in waterstof en het afvangen en opslaan van koolstof des te belangrijker wordt. De vraag naar olie zal naar verwachting halveren en het gebruik van steenkool zal halverwege deze eeuw tot een derde zijn gedaald.
Uit de ETO 2021 blijkt ook dat, hoewel in 2050 69% van de op het net aangesloten stroom door wind en zon zal worden opgewekt en indirecte elektrificatie (waterstof en e-brandstoffen) en biobrandstoffen van cruciaal belang blijven, geen van deze bronnen snel genoeg wordt opgeschaald.
Waterstof is de energiedrager met het grootste potentieel om moeilijk te verminderen emissies aan te pakken, maar volgens DNV’s prognoses begint waterstof pas vanaf midden jaren 2030 op grote schaal te worden gebruikt en zelfs dan zal het tegen 2050 slechts 5% van de energiemix uitmaken.
"Er zal buitengewone actie nodig zijn om de waterstofeconomie eerder op volle toeren te laten draaien - maar dit zijn buitengewone tijden. Het venster om catastrofale klimaatverandering te voorkomen sluit binnenkort, en de kosten als we dat niet doen zijn onvoorstelbaar", zegt Remi Eriksen.
Download het volledige rapport (Engelstalig)